VLINDERKWEEK IN NEDERLAND DE ONTWETENDHEID VAN DE MEDIA / NRC HANDELSBLAD

Koninginnepage (Papilio machaon)

Vlinders. Voor veel mensen zijn vlinders niet meer dan de kleurrijke, doch vrolijke insecten die onze tuin bezoeken op een waarme zomerdag. Maar voor sommige mensen is het meer. Zoals voor mij; ik ben Bart Coppens (28), zelfstandig entomoloog, en professioneel vlinderkweker.

Waarom vlinders kweken?

Met de insecten op onze aarde, gaat het niet zo goed. Verschillende wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat [1] meer dan 40% van alle soorten insecten op aarde zijn afgenomen in aantallen, en meer dan een derde zijn bedreigd in hun voortbestaan. Zorgwekkend, aangezien insecten een essentiële rol spelen in ons milieu. Zo worden bijvoorbeeld tussen 75% tot 95% van alle planten op aarde bestoven door insecten. [2] Planten zijn verantwoordelijk voor het vasthouden van water, het produceren van zuurstof, en het merendeel van onze voedselconsumptie. onder planten. geen leven – en zonder insecten, geen planten.

De redenen voor deze afname, zijn divers. Zo spelen pesticiden een hoofdrol, maar ook de vernietiging van geschikte habitats, urbanisatie, en klimaatverandering. [3]

Naast deze menselijke activiteiten die zeer schadelijk zijn voor de populaties van insecten, is een van de existentiële bedreigingen voor insecten, onze onwetendheid en ons onbegrip voor deze dieren. Hoe kan men ambiëren om soorten te beschermen, waar wij nauwelijks iets van weten? Zo zijn in de tropische gebieden van de wereld, zo’n 70% tot 90% van de levenscycli van de locale (nacht)vlinderfauna onbekend voor de wetenschap. Hoe kan men vlindersoorten beschermen, waarvan men niet weet wat deze überhaupt eten, en hoe ze leven? Dit gebrek aan kennis is een van de grootste beperkende factoren in het beschermen van de insectenfauna, wereldwijd.

Een bijdrage

Wat drijft iemand als ik, aan om vlinders kweken een groot deel van mijn leven hier aan toe tewijden? Lucratief is het zeker niet; sinds ik begonnen ben met deze 10+ jaar lange hobby, zijn de maanden waarin ik meer geld verdienden dan er aan uit gaf, op één hand te tellen. Als niet financieel, wat zijn dan de eventuele beweegredenen?

Kennis. Het draait om kennis; als kinds af aan was ik al sterk geïnteresseerd in vlinders. En in mijn leven, heb ik honderden levenscycli beschreven van vlindersoorten – waarvan velen onbekend voor de wetenschap. Deze website is een testament aan dit feit. Door vlinders te kweken in gevangenschap, heb ik consistent meerdere wetenschappelijke bijdragen gemaakt die de ontwikkeling en de levensstadia van deze dieren in kaart brengt.

Naast het zijn van een hobbyist ben ik consultant van meerdere vlindertuinen, zelfstandig onderzoeker, honorair conservator van de wetenschappelijke collectie Lepidoptera bij het Natuurhistorisch in Rotterdam – en inderdaad YouTuber die video’s maakt over vlinders (mijn video’s zijn miljoenen keren bekeken!)

De kweek van vlinders in gevangenschap is een eeuwenoude kunst, die ons heeft geholpen om een enorm aantal kennis van deze dieren te vergaren – iets dat de bescherming te ngoede komt.

Toen het NRC Handelsblad contact met mij opnam om mijn ervaringen te delen over deze hobby, was ik aanvankelijk ook zeer enthousiast. Dit enthousiasme smolt echter als sneeuw voor de zon, toen ik, wat ik beschouw als misschien als een van de slechst geïnformeerde artiekelen in mijn leven in de krant terugvond. (LINK naar het artikel: Klik hier /”Drie seconden inspectie en de vlinderpoppen zijn het land in” )

CITES is niet hetzelfde als bescherming!

Interessant is dat het artikel van het NRCHandelsblad , ondanks het feit dat het pretendeert te geven om de bescherming van vlinders, geen enkele beschermingsmaatregelen onder de loep neemt. De enige beschermingsmaatregel die herhaaldelijk genoemd en bekritiseerd word, is CITES. De CITES-conventie, ofwel de “Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora (CITES), is een overeenkomst getekend in 1975 die (anno 2021) is getekend door zo’n 183 landen. “CITES heeft ALLEEN betrekking op de (internationale) handel in beschermde soorten, en niet op bescherming ter plaatse. ”

Frappant is dat er wereldwijd meer dan 180.000 vlindersoorten zijn beschreven, waarvan er maar zo’n 50 op de CITES lijst staan. Dit is, ter illusitratie, maar zo’n 0.027% van alle beschreven soorten. Zelfs als we ons alleen beperken tot dagvlinders, waarvan er meer dan 17.500 soorten beschreven zijn, komen we op zo’n 0.3% van alle soorten.

Waarom word een beschermingsmaatregel die geen enkele betrekking heeft op zo’n 99.7% van alle vlindersoorten op moeder aarde gebruikt als uitgangspunt voor bescherming? Naast het feit dat CITES een handelsverdrag is en géén tot weinig betrekking heeft op de bescherming en conservatie van vlinders in het wild.

Zo zijn er in Nederland al dozijnen vlindersoorten beschermd onder de Flora & Faunawet: een wet die in bijna ieder land ter wereld zijn eigen equivalent heeft. Nationaal beschermde soorten, mogen typisch gezien niet gevangen, gekweekt of verhandeld worden.

Daarnaast is het zo dat naast de individuele bescherming waar veel soorten profijt van hebben, het niet ongewoon is voor overheden om natuurgebieden te beschermen in plaats van individuele soorten. Zo is één van de meest zeldzame nachtvlinders in Europa, Acanthobrahmaea europaea (Hartig, 1963) verbazend genoeg géén beschermde soort, maar is de habitat waarin deze leeft (Riserva Naturale Orientata “Grotticelle“) wél beschermd en dus mogen de dieren niet lokaal gevangen, of gekweekt worden, en geniet het dier indirect van deze beschermingsmaatregel. Zo worden wereldwijd duizenden vlindersoorten indirect beschermd tegen menselijke invloeden.

Ook andere beschermingsmaatregelen zoals de Europese Habitatrichtlijnen, maar ook het feit dat in veel landen unieke import & exportvergunningen nodig zijn voor het commerciëel exporteren en importeren van insecten, worden volledig genegeerd door Sonja Pleumakers & Co. Aannemelijk is dat deze details zijn weggelaten, om selectief een negatief beeld te scheppen van vlinderkweek.

Daarnaast zijn er nog vele andere initiatieven en beschermingsmaatregelen, zoals International Association of Butterfly Exhibitors and Suppliers – waar veel vlindertuinen lid van zijn – waarbij vlindertuinen beloven om vrijwillig een onderdeel te zijn van een zelfregulerend netwerk dat het ethische en duurzame verhandelen van vlinderpoppen bovenop staat.

Hoe kan een artikel dat beschermingsmaatregelen onder de loep neemt, de meest relevante maatregelen nieteens noemt?

Bedreigt vlinderkweek vlinders?

Het is niet verbazend dat (vage) implicatie dat het kweken van vlinders schadelijk is voor de conservatie van deze dieren, slecht onderbouwd is. Er bestaat geen enkel wetenschappelijk onderbouwd bewijs voor het feit dat vlinders kweken in gevangenschap, deze soorten in gevaar brengt. Tussen 1890 en 2017 is het aantal dagvlinders met minstens 84% achteruitgegaan, waarbij 15 soorten zelfs helemaal uit Nederland zijn verdwenen []. Belangrijk om te weten is dat dat als hoofdoorzaak vor deze afname, het vangen of kweken van deze vlinders in geen enkele bron word genoemd als oorzaak. Het omvormen van het landschap door agricultuur, het vervangen van traditionele hagen de modernisering van boomgaarden, het droogleggen van kwetsbare veenmoerassen, het overschot aan pesticiden en stikstof: de redenen zijn divers. Maar zoals helaas vaker gebruikelijk is, worden de lasten gelegd bij de liefhebbers van vlinders – en niet de grote structurele socioeconomische problemen in de samenleving die collectief het milieu grotendeels hebben verwoest .

Directe quote: “Niemand heeft zicht op de duizenden vlindersoorten die niet op de Cites-lijst staan – meer dan een gezondheidscontrole door een dierenarts van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is voor de import van die dieren niet nodig. Kwalijk, vindt de Costa Ricaanse insectendeskundige Luis Murillo-Hiller: de Cites-lijst is onvolledig. Het Midden-Amerikaanse land, waar een groot deel van de Nederlandse vlinderimport vandaan komt, kent duizenden vlinder- en mottensoorten waarvan niemand weet in welke aantallen ze nog voorkomen. Er wordt te weinig onderzoek gedaan. Murillo-Hiller vond in Costa Rica de afgelopen jaren al zestien vlindersoorten die volgens hem kwetsbaar zijn en beschermd zouden moeten worden, maar niet op de Cites-lijst staan.

Voor een “”””insectendeskundige”””” heeft Luis Murillo-Hiller weinig verstand van zaken. De CITES-conventie, ofwel de “Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora (CITES), is een overeenkomst getekend in 1975 die (anno 2021) is getekend door zo’n 183 landen. “CITES heeft ALLEEN betrekking op de (internationale) handel in beschermde soorten, en niet op bescherming ter plaatse. ” De implicatie dat vlindersoorten die volgens Luis Murillo-Hiller ‘kwetsbaar en beschermd’ zouden moeten zijn, is dan ook misleidend. Zoals eerder genoemd in dit artikel, is de hoofdzakelijke reden voor de afname van insecten in het wild de degradatie van hun habitat, pesticiden, en ontwikkeling. De implicatie dat deze soorten dan ook maar bij verre na bedreigd worden door de handel van deze soorten in gevangenschap, is bizar en misleidend.

Het gebruik van pesticiden in Costa Rica is meer dan alle andere landen in Centraal America gecombineerd(!) “According to data by the Regional Institute of Studies of Toxic Substances (IRET) of the National University (UNA) in Costa Rica, the country uses on average an alarming 18.2 kilograms of pesticides per hectare of cropland.” In tegenstelling tot de vele schrille, overduidelijke milieuproblemen die honderden vlindersoorten in gevaar brengen in Costa Rica is er geen bewijs dat vlindertuinen in Costa Rica regelmatig en systematisch bedreigde soorten exporteren en een negatieve invloed hebben op de locale fauna. Hopelijk kunnen we Luis Murillo-Hiller het voordeel van de twijfel geven en geloven dat de interviewers hem mogelijk een klein beetje hebben overtuigd om dit te zeggen; in welk geval het meer een testament is aan Luis’ meegaandheid in tegenstelling tot de absolute staat van educatie in Costa Rica.

“Sommige gespecialiseerde controleurs van de douane en de NVWA hebben daar wel genoeg kennis voor. Maar omdat vlinders als pop het land binnenkomen, kunnen ze de beschermde soorten er vaak niet uithalen, zegt Jaap Reijngoud, Cites-consultant en voormalig NVWA-inspecteur. „Eigenlijk kun je ze pas controleren nadat ze zijn uitgekomen.” Dan zijn ze al bij de koper.

De poppen veel vlindersoorten, die onder de CITES conventie vallen (waaronder veel Troidini of vogelvleugelvlinders) zijn inderdaad in vele gevallen morfologisch niet of nauwelijks te onderscheiden van niet-beschermde, vergelijkbare soorten. Ondanks dit feit, is de nadruk op CITES opnieuw vrij ongepast – aangezien er A. wereldwijd meer dan 17.500 vlindersoorten bestaan, waarvan er maar zo’n 50 op de CITES lijst staan op het moment van schrijven; dat is minder dan 0.3% van alle dagvlinders. Als we nachtvlinders toevoegen aan deze groep, komen we uit op zo’n 180.000 soorten vlinders (nachtvlinders worden ook commerciëel gekweekt!) komen we uit op zo’n 0.027%. B. De meeste soorten op de CITES lijst wél commerciëel verhandeld mogen worden, met een vergunning en C. De CITES-beschermde soorten niet of nauwelijks onderdeel maken van commerciële kweekprogramma’s, kan men zich afvragen waarom de CITES lijst constant in het artikel word genoemd.

De implicatie dat er continue beschermde soorten worden geïmporteerd, op basis van een CITES lijst die 99.7% van de vlindersoorten nieteens beschermt, en die verder compleet waardeloos is als het gaat om conservatie en soortbescherming, bovenop het feit dat vlindertuinen zich aan hun eigen verdragen en afspraken houden en het feit dat nationale en Europese beschermingswetten en kweekvergunningen volledig worden genegeerd in dit artikel, kan men zich afvragen of de plank hier niet volledig wordt misgeslagen, en spreekt voor een groteske onkunde en de mate van onwillendheid van student-journalisten Lize Geurts, Sonja Pleumeekers en Samet Yimaz om zich in de materie te verdiepen en getuigt van een gebrekkig niveau van begrip betreft het onderwerp.

Ook quotes als: “Training krijgen de boeren niet: beschermd of niet-beschermd kunnen ze vaak niet onderscheiden.” zijn verbazingwekkend, aangezien er in Costa Rica en Kenia GEEN ENKELE CITES SOORTEN VOORKOMEN naast het feit dat deze enorm herkenbaar zijn en vaak onkweekbaar. Ten tweede is CITES een internationaal handelsverdrag die boeren niet kan verbieden om soorten in gevangenschap te kweken, CITES verbied alleen de handel.

Hoe kan een artikel dat doet alsof het geeft om de bescherming van vlinders, geen enkele poging doet om te onderzoeken op welke manier de handel schadelijk is en voor welke soorten? Er wordt automatisch de aanname gemaakt dat “handel in beschermde soort = slecht” zonder enige kwantificaties. Het feit dat de wet overtreden algeheel wordt gezien als iets slechts, is geen bewijs voor het feit dat dit op een grote en systematische manier wordt gedaan en dat het actief het voortbestaan van soorten bedreigt.

Vrijwel het hele artikel is een overhaaste generalisatie: “ “Er is meer criminaliteit dan vroeger, want Jan is overvallen en bij Piet is er ingebroken.”” Wanneer het punt is bereikt waarop journalistiek neerkomt op het impliceren dat grootschalige, systematische problemen binnen een industrie aangetoond kunnen worden met een extrapolatie van de kleinste mate aan bewijs, is een mogelijke verklaring voor het feit dat de meeste onderzoeksjournalisten tegenwoordig niet kunnen leven van onderzoek alleen.

Verdienen vlinderkwekers steun?

Het kweken van vlinders, is ongetwijfeld een positieve bijdrage aan onze kennis van deze dieren. Zo is “Het nachtvlinderboek: , een van de grootste boeken over nachtvlinders in Nederland en België, gepubliceerd in samenwerking met Jeroen Voogd, een zelfstandig vlinderkweker die duizenden kleurenfoto’s heeft gemaakt van de verschillende levensstadia van meerdere vlindersoorte – iets dat culmineerde in dit boek.

De vlinders, die men in vlindertuinen ziet, worden vaak in het buitenland gekweekt in gevangenschap, en als poppen naar Europa getransporteerd. In ontwikkelingslanden, maakt dit mensen financieël afhankelijk van de lokale vlinderfauna – en van duurzaamheid. Een gebrek aan een goede leefomgeving, betekent een gebrek aan vlinders, en dus een gebrek aan inkomen! Vlindertuinen dragen bij aan de conservatie van deze dieren, en bieden een alternatief voor ontbossing en agricultuur aan de inheemse populaties in ontwikkelingslanden.

Het valt dan ook zeer te betreuren dat Lize Geurts,
Sonja Pleumeekers, en Samet Yimaz, in hun drang naar het afronden van hun journalistieke schoolproject, er voor gekozen hebben om vlinderkweek op een vrijwel negatieve manier in het daglicht te stellen, gebaseerd op een gebrekkig niveau van begrip.

Het onbegrip van de media

Op 10 Februari 2021, werd ik benaderd door
Sonja Pleumeekers, UvA student journalistiek, Redacteur bij Nieuwsuur op Facebook met de volgende melding: Hoi Bart! Ik ben student journalistiek aan de UvA en op het moment bezig met een onderzoeksjournalistiek project naar vlindertuinen in Nederland. Toen ik met de vlinderstichting belde, verwezen ze me door naar jou als expert op het kweken van exotische vlinders. Ik zou hier graag meer over willen weten!

Na een gesprek van zo’n twee uur, waarin ik over de ins-en-out van het verhandelen, kweken en importerend van vlinders heb gepraat, was ik teleurgesteld om alleen de volgende quote terug te vinden:
“Youtuber Coppens weet hoe makkelijk het is om vlindereitjes van zeldzame soorten mee te smokkelen van vakantie. „Je kunt ze gewoon in je jaszak stoppen,” zegt hij. „Of je verstuurt ze in een rietje in een envelop.” Eitjes inklaren op Schiphol is duur – hij kent genoeg verzamelaars en handelaren die ze niet aangeven.”

Hoewel deze quote inderdaad van mij is, ontbreekt het hier volledig aan context. Als voorbeeld, neem ik graag de handel aan tweedehands fietsen! Iedere Nederlander die een tweedehands fiets koopt, is zich waarschijnlijk bewust van het feit dat een groot aantal van deze fietsen gestolen en veranderd worden, en in het handelcircuit terecht komen. Er is dan ook geen garantie, dat als men een tweehands fiets koopt, er een kans is dat men een gestolen artikel koopt. Het is simpelweg niet mogelijk om uit te sluiten, dat de fiets die jij tweedehands koopt, niet gestolen is.

Als het gaat om handel in dieren is de situatie vergelijkbaar. Wanneer men een papegaai koopt, of schildpad, of slang of hagedis is het vaak niet uit te sluiten, dat deze dieren illegaal verhandeld zijn. Het feit dat men dit risico inderdaad loopt, betekent niet dat men er actief aan meedoet.

Als het gaat om de hobbykweek van vlinders, worden er inderdaad sporadisch soorten verandeld die in het wild gevangen zijn en meegenomen. De quotatie: ““Youtuber Coppens weet hoe makkelijk het is om vlindereitjes van zeldzame soorten mee te smokkelen van vakantie. „Je kunt ze gewoon in je jaszak stoppen,” is echter zeer incriminerend en impliceert een betichting van misdaad.

Niet iedereen die een tweedehandsfiets koopt is een crimineel; maar je bent je er bewust van dat tweedehandsfietsen vaak gestolen worden. Wie zou dit verwoorden als “Bart Coppens weet hoe makkelijk het is om fietsen te stelen, je kan ze gewoon meenemen bij het station? ” Hier is de lading van deze quote compleet weggehaald uit de originele context, waar ik illustreerde dat dit niet te controleren is, niet dat ik ervaring heb met de wet overtreden – en maakt de impressie dat
Sonja Pleumeekers mij probeert af te schilderen als iemand die hier persoonlijke ervaring mee heeft.

Rectificiatie

De oorspronkelijke tekst was nog veel meer incriminerend, en in de krant gepubliceerd zou worden, was verwoord als: “Eitjes inklaren op Schiphol is duur – hij en zijn vrienden, die ook vlinders houden, doen het vaak.” Een directe beschuldiging van het breken van de wet. Nadat ik mijn ongenoegen heb gecommuniceerd met het team, word de tekst aangepast, inclusief mijn leeftijd die niet klopte(!).

Uiteraard is het NRC Handelsblad &
Sonja Pleumeekers vrij om de uitspraken die ik vrijwillig(!) deel met journalisten te publiceren, maar het selectieve gebruik van uitspraken zonder context, ondanks de weerwil van de geïnterviewde persoon zelf als het gaat on zwaar beladen implicaties van het overtreden van de wet, zijn een testament aan een bepaalde made van kwaadwillendheid, en wijzen uit dat de oppervlakkige interesse in het onderwerp totaal ondergeschikt is aan de behoefte om een controversieel of zwaar beladen artikel in de krant te publiceren om aandacht te trekken.

En bij deze, geef ik het graag de aandacht die het gegund is.

Daadwerkelijke bescherming van vlinders

Dat Sonja Pleumeekers en het NRC Handelsblad de bescherming van vlinders niet hoog in het vaandel hebben staan bij het publiceren van een artikel, blijkt uit alles. Voor een artikel dat pretendeert kritisch te zijn en het op te nemen voor de bescherming van deze dieren, neemt het geen enkele beschermingsmaatregel in acht.

Het feit dat bijvoorbeeld ieder land beschikt over zijn eigen flora & fauna wetgevingen; het feit dat vlinderkwekers moeten voldoen aan import & exportvergunningen, het feit dat veel soorten vaak indirect beschermd zijn omdat de habitat waarin ze endemisch zijn wettelijk beschermd is (inclusief de soorten die er in leven), het feit dat vlinderleveranciers regelmatig onderdeel zijn van zelf-regulerende netwerken zoals IABES, het feit dat er ook andere beschermingwetten bestaan zoals de Habitatrichtlijn en dat vlindertuinen vaak beschikken over een dierentuinvergunning, word compleet over het hoofd gezien en genegeerd, en dat afgezien hiervan alleen nadruk wordt gelegd op een CITES-wetgeving die minder dan 0.027% van alle vlindersoorten wereldwijd beschermt en die zich ALLEEN beperkt tot handel – bovenop het feit dat er geen wetenschappelijk bewijs is voor het feit dat de vlinderhandel een gevaar vormt voor de locale fauna en bescherming van deze soorten getuigt van een vorm van opzettelijke onwetendheid onder de groep aspirant-journalisten & NRC Handelsblad.

Het niveau van dit artikel ligt niet veel hoger dan “Klimaatverandering bestaat niet, want het sneeuwt buiten!” of “Mondkapjes werken niet omdat ik er eentje droeg en ik moest toch niezen” – een artikel afgeladen met uitspraken of feiten die selectief genoemd worden om een standpunt te verdedigen. Het standpunt dat vlinders kweken in gevangenschap een wereld is waarin het zicht op import ontbreekt, wat ten nadele komt van de conservatiestatus van deze dieren – met als voornaamste voorbeeld het slechte functioneren van een CITES-wetgeving, een internationale handelsverklaring die weinig betrekking heeft op de daadwerkelijke conservatie van vlinders.

Zijn er dan echt geen nadelen?

Natuurlijk draagt iedere persoon, die zich bezig houdt met het kweken van exotische (niet-inheemse) dieren in gevangenschap, een gedeelde verantwoordelijkheid. De wet overtreden, smokkel, het verstoren of vangen van beschermde soorten, maar ook het loslaten en introduceren van soorten ingevangenschap zijn geen geen dingen waar ik een voorstander van ben. Ook al bezit u misschien reptielen, vlinders, of zelfs een hond of kat: wanneer blootgesteld aan onze leefomgeving, kunnen deze dieren een negatieve invloed hebben.

Één van de risico’s van vlinderkweek, is het introduceren van (invasieve) exoten. Zo zijn er in Europa verschillende soorten (per ongeluk) geïntroduceerd door kwekers – zoals Antheraea yamamai, de Japanse eikenzijdespinner, of Samia cynthia, de hemelboomvlinder in het mediterraanse gebied. Dit risico beperkt zich echter niet tot vlinders. Het aantal invasieve exoten dat Nederland binnendringt, van japanse duizendknoop tot zonnebaars, lijkt helaas niet te stoppen.

Belangrijk is perpectief. De introductie van nieuwe vlindersoorten, is vrij moeilijk en vereist vaak meer dan een klein aantal ontsnapte individuen. Met name vlinders, hebben voor het onderhouden van een (kleine) broedpopulatie, gezien de hoge mate aan mortaliteit, snelle levenscyclus en behoefte aan genetische diversiteit, vaak een hoge mate aan individuen nodig om een populatie te onderhouden. Zelfs bij de meest zeldzame vlindersoorten ter wereld, zijn er vaak populaties van honderden (dit komt zeer zelden voor) tot meestal minstens duizenden individuen nodig. Zo zijn de meeste geïntroduceerde soorten dan ook soorten die hier consistent heen getransporteerd worden via internationale handel (zie: tijgermug) of massale ontsnappingen uit sericultuur (Antheraea yamamai, Lymantria dispar, en Samia cynthia zijn min of meer expres geïntroduceerd voor zijdeproductie, zo’n 100 tot 200 jaar geleden).

Dit getuigt van het feit dat het zeer onwaarschijnlijk is dat in gevangenschap gekweekte vlinders door kleine hobbyisten een bedreiging zijn voor het milieu. In tegenstelling tot vlinders kent Europa overigens honderden soorten geïntroduceerde organismen waarvan vlinders maar een aanzienlijk klein deel vormen.

Ongetwijfeld is de bescherming van soorten, en verantwoordelijk omgaan met exotische huisdieren een top prioriteit voor iedere liefhebber. Sterker nog; kennis bijdragen over deze dieren, en hun ontwikkeling en ecologie, en bescherming, is het enige ding dat mij de afgelopen jaren gedreven heeft om dit te blijven doen. On ongetwijfeld zullen vlindertuinen hier een positieve bijdrage in maken. Als het gaat om legislatie, laten we dan alsjeblieft luisteren naar de feiten.

En niet de ambitieuze doch wanhopige confabulaties van Sonja Pleumeekers en het NRC Handelsblad.

Met vriendelijke groet; Bart Coppens

1 = https://www.nhm.ac.uk/discover/news/2019/february/the-world-s-insect-populations-are-plummeting-everywhere-we-look.html

2 = https://www.researchgate.net/publication/229950256_Perspectives_of_multi-modal_contribution_of_honeybee_resources_to_our_life

3= https://www.sciencedaily.com/releases/2020/04/200423143031.htm

TREFWOORDEN: Lize Geurts, Sonja Pleumeekers, Samet Yilmaz, Jayant Kasi, NRC Handelsblad, NVWA, Luis Murillo-Hiller, Drie seconden inspectie en de vlinderpoppen zijn het land in, Vlinderparadijs Papiliorama,  Erik Hendriks, Vlinders Nederland, Entomologie Nederland, Naturalis Biodiversity Centre, Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA),  Jaap Reijngoud, Cites-consultant, Jayant Kasi, Universiteit van Amsterdam, Sonja Pleunmakers, Vlinderstichting, De Sectie Ter Haar, Buxusmot, Invasieve exoot, Nachtvlinderen, Nachtvlinders, Dagvlinders, Lize Geurts, Sonja Pleumeekers, Samet Yilmaz, Jayant Kasi, NRC Handelsblad, NVWA, Luis Murillo-Hiller, Drie seconden inspectie en de vlinderpoppen zijn het land in, Vlinderparadijs Papiliorama,  Erik Hendriks, Vlinders Nederland, Entomologie Nederland, Naturalis Biodiversity Centre, Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA),  Jaap Reijngoud, Cites-consultant, Jayant Kasi, Universiteit van Amsterdam, Sonja Pleunmakers, Vlinderstichting, De Sectie Ter Haar, Buxusmot, Invasieve exoot, Nachtvlinderen, Nachtvlinders, Dagvlinders, Myrthe Derickx, Editie NL , RTL

Advertisement

The aim of this website is to provide information about many species of moths and butterflies around the world, with a slight focus on rearing them in captivity.

%d bloggers like this: